1907 is het jaar waarin het allemaal begon: de oprichting van de limonadefabriek aan de Heerlerweg 108 in Voerendaal door mijn overgrootvader Leo Moulen. Of hij ooit had kunnen bevroeden hoe succesvol deze onderneming onder zijn leiding zou worden, mag Joost weten. Feit is, dat hij door een mix van scherp zakelijk inzicht, visie en gevoel voor netwerken de perfecte ingrediënten in huis had om van een eenmansbedrijf een florerend familiebedrijf met een uitgebreid personeelsbestand te maken. Van de Eerste Wereldoorlog tot de crisisjaren en de Tweede Wereldoorlog met de daaropvolgende Koude Oorlog: de limonadefabriek van Leo doorstond alle stormen. Om nog maar te zwijgen over die andere oorlog; het gevecht met limonadegigant Coca-Cola…

Leo Moulen en de fabriek (1907 – 1966)

Leo was de zoon van een arme boerenfamilie uit Voerendaal; een groot gezin, met aan het hoofd een alcoholverslaafde vader die bovendien een gokprobleem had. Leo leerde al vroeg om voor zichzelf te zorgen en zijn eigen geld te verdienen. Als kind werkte hij als stalknecht op een manege in Aken, waar hij verbazingwekkend goed met paarden bleek om te kunnen gaan. Die vaardigheid kwam hem later uitstekend van pas, toen hij – met de opkomst van de mijnen – de mijnwerkers dagelijks naar hun werk en weer terug bracht, met paard en wagen. Tijdens deze werkzaamheden viel hem één ding op: die mijnwerkers hadden enorme dorst zodra ze weer boven de grond kwamen. Hoe onbeduidend dit detail ook moge lijken, het bleek de kiem te zijn van Leo’s succesvolle carrière in de nabije toekomst.

Het idee om zelf drank te produceren is geboren. Aanvankelijk begon hij met een mineraalwaterfabriek in Aken, maar al snel volgt de productie van zelfgemaakte limonade in het bekende pand aan de Heerlerweg in Voerendaal. Deze limonade vindt gretig aftrek onder de mijnwerkers en hun gezinnen. Maar ook onder de overige bewoners van het dorp Voerendaal en omstreken vindt Leo zijn klandizie.